Franz Schmidt

Meesterwerk voor de linkerhand

Franz Schmidt

Uit beperkingen bloeien vaak mooie dingen op. Als pianist Paul Wittgenstein in de Eerste Wereldoorlog zijn rechterarm niet had verloren dan hadden we het moeten stellen zonder Ravels Pianoconcert voor de linkerhand en zonder Prokofjevs Vierde pianoconcert. Paul Wittgenstein kreeg, soms met een flinke zak geld, talloze componisten zover stukken speciaal voor hem te schrijven. Lang niet al die composities hebben echter repertoire gehouden. Veel stukken liggen op boekenplanken te verstoffen.
Tot de geschiedenis zich herhaalt. Omdat pianist Folke Nauta door een neurologische storing niet meer met zijn rechterhand kon spelen dook hij in de schatkamer van de muziek voor piano linkerhand.
Samen met het Prisma Strijktrio begon hij het Wittgenstein Project dat de artistieke nalatenschap van de eenarmige pianist wil uitdragen.
Aanstaande zondag doen ze Muzenforum in Bloemendaal aan met onder andere het omvangrijke Kwintet in A-groot van Franz Schmidt.
Ooit was deze Schmidt een van de groten van het Weense muziekleven. Na de Tweede Wereldoorlog is zijn muziek in de vergetelheid geraakt. Hij was als een hofleverancier van Wittgenstein. Hij schreef een pianoconcert, solo-werken, en liefst drie kwintetten voor hem.
Het Kwintet in A-groot uit 1938 is een meesterwerk. Het is geschreven voor piano linkerhand, drie strijkers en klarinet. Een bijzonder vruchtbare combinatie die fluwelen melodielijnen, een hechte samenklank en een heldere basis samenbrengt.
Voor de omvang van het stuk geldt dan weer niet dat minder meer is. Met vijf delen, waaronder een reeks variaties, duurt het ruim een uur. 
Schmidt neemt uitgebreid de tijd om zijn materiaal neer te zetten en zijn thema's uit te spinnen. 
Door de grote afwisseling in sfeer, instrumentatie en stijl verveelt het werk geen moment. Met zijn vaak pakkende melodieën voert de componist je mee.

Folke Nauta (piano linkerhand), Lars Wouters van den Oudenweijer (klarinet) en het Prisma Strijktrio met werken van Johann Strauss jr., Mozart, Johann Schrammel en Franz Schmidt, op zondag 24 april in het Gemeentehuis van Bloemendaal. Aanvang: 11.00 uur.


Matthaus COV Haarlem

Bachs Matthäus Passion eindelijk weer live

 

Flyer COV Haarlem

Voor veel mensen is het bijna ondenkbaar: een lijdenstijd zonder Bachs 'Matthäus Passion'. En toch was het twee jaar lang stil in de dagen voor Pasen. De liefhebbers moesten het doen met cd-opnames of gestreamde uitvoeringen, zangers konden slechts solo en in de beslotenheid van hun huis het "Kommt, ihr Töchter, helft mir klagen' aanheffen.
Maar dit jaar klinkt Bachs onsterfelijke meesterwerk gelukkig weer uit honderdduizenden kelen in talloze concertzalen en kerken in Nederland. Ook COV Haarlem brengt het stuk weer op Goede Vrijdag ten gehore, een traditie die het koor al sinds 1929 in ere houdt.    
De dirigent en twee koorleden van het gezelschap  vertellen hoe zij ooit met het stuk in aanraking zijn gekomen en welk deel voor hen het hoogtepunt vormt.

 

Piet Hulsbos (sinds 2016 dirigent van COV Haarlem):

"Ik kreeg de 'Matthäus Passion' met de paplepel ingegoten. Mijn vader, Jan Hulsbos, was bas-bariton. Hij zong het stuk elk jaar bij de koren van Piet Halsema in Aalsmeer, Apeldoorn en Enkhuizen, het liefst de Christus-partij, maar vaak ook de bas-aria's. Het was de tijd van Aafje Heynis en Max van Egmond. Ik ging als jongetje vaak mee. Dan zat ik op de eerste rij met een klaveruittreksel op schoot te luisteren. Ik was nieuwsgierig naar wat de klavecinist of de organist deed. Soms mocht ik ook midden in het orkest zitten om het blad om te slaan.
Toen ik een jaar of 19 was - ik had net een jaar les van Albert de Klerk - zocht COV Haarlem een pianist. Na een paar jaar had dirigent Harry Brasser voldoende vertrouwen in mij om me het continuo te laten spelen samen met mijn leraar Martinus Metz. Zelf dirigeerde ik de 'Matthäus Passion' voor het eerst in 2005, bij COV IJmuiden."


Licht en tegelijk loodzwaar

"Mijn favoriete koorstuk is het slotkoor van het eerste deel  'O Mensch, bewein' dein' Sünde groß'. Het is een van de weinige delen die niet dubbelkorig is. Er staat geen noot te veel. Met zijn constant doorgaande zestienden is het heel overzichtelijk maar tegelijkertijd is het bloedje link. De opbouw zit namelijk helemaal niet logisch in elkaar. Uit de solo-delen kies ik de sopraan-aria 'Aus Liebe will mein Heiland sterben'. Dat stuk is zo ijl en hoog, zo kwetsbaar ook. Het is licht en tegelijk ook loodzwaar. Drie instrumenten spelen er, een fluit en twee hobo's, meer niet. Het is de enige aria zonder basso continuo. Dat betekent dat je als organist even achterover kunt zitten." 

 


Ineke Swarte (sinds 2017 voorzitter van COV Haarlem en alt in het eerste koor):

"Ik was vroeger nooit zo met klassieke muziek bezig. Mijn vader maakte lichte muziek. Toen ik een jaar of 35 was kreeg ik van vrienden uit Rusland een plaat opgestuurd. Wat er op stond kon ik in het Russisch niet lezen. Ik dacht: leuk ik krijg een plaat, laat ik die eens opzetten. Nou, wam kabam! Die kwam binnen. Wat een mooie muziek! Het was liefde op her eerste gezicht. Later kwam ik bij een uitvoering van een koor dat delen uit de 'Matthäus Passion' zong. Dat was het dus wat ik op die plaat had gehoord! Van lieverlee ben ik jaarlijks de 'Matthäus Passion' gaan bezoeken. Ik wilde het stuk ook zelf zingen. Toen heb ik me aangemeld bij COV Haarlem. Vaak zing ik het stuk ook als gast bij andere koren."

Omslagpunt

"Eigenlijk heb ik meerdere favorieten. De aria 'Geduld' vormt voor mijn gevoel een omslag. De muziek wordt daar zo spannend door de ritmische beweging in de gamba. Ook als je het verhaal niet zou kennen weet je vanaf hier zeker dat het niet goed gaat aflopen. In de aria 'Erbarme dich' klinkt zoveel eenzaamheid. In de wanhoop die uit die ene viool spreekt resoneren de dingen die je zelf in je leven hebt doorgemaakt mee." En dan zijn er nog de delen die ze graag zingt. "Het slotkoor voel ik altijd helemaal door mijn lijf. Ik ervaar de 'Matthäus Passion' als een soort avontuur met het slotkoor als eindpunt."


Annemarie van Mossel (sopraan in het tweede koor):

"Ik ken de 'Matthäus Passion' al van kinds af aan. Ik ben met klassieke muziek opgegroeid. De 'Matthäus' heb ik denk ik voor het eerst live gehoord op de middelbare school. Ik geloof dat onze muziekleraar het stuk dirigeerde. Daarna ben ik een aantal keren gaan luisteren, hier in Haarlem, maar ook in Amsterdam, waar ik lang gewoond heb. Zelf zing ik het stuk pas sinds ik lid ben geworden van COV Haarlem. Ik ben mede bij het koor gaan zingen omdat het me leuk leek de grote koorwerken als de 'Matthäus Passion' door te werken en te leren kennen."


Beeldend

"Ik ontdek steeds weer iets nieuws in het stuk. Dit jaar is dat een kort deeltje, 'O Schmerz! hier zittert das gequälte Herz'. Het straalt een combinatie van onrust en rust uit. Het is zulke beeldende muziek: je hoort precies waar het over gaat." 

Solisten, Kinderkoor van de Koorschool St. Bavo, COV Haarlem en Barokensemble Eik en Linde o.l.v. Piet Hulsbos met de 'Matthäus Passion' van J.S. Bach, op vrijdag 15 april in de Philharmonie in Haarlem. Aanvang: 19.30 uur.


Spaghetteria Rusticana

Spaghetteria Rusticana

 

Xandra Mizée brengt op locatie theater en eten samen

 

Spaghetteria Rusticana

 

Vier weekenden lang wordt het Haarlemse restaurant ‘De Kloosterkeuken’ omgedoopt in ‘Spaghetteria Rusticana’. In de oude kapel boven worden de bezoekers ondergedompeld in de meeslepende eenakter ‘Cavalleria Rusticana’ van Mascagni. Daarna krijgen ze in de eetzaal beneden een Siciliaanse maaltijd voorgeschoteld.
Xandra Mizée, artistiek leidster van ‘De kleine Opera’, liep al lange tijd rond met het idee om muziektheater te combineren met eten. “Dat gebeurt in Haarlem nog nauwelijks. Ik ben een paar jaar geleden naar een operavoorstelling in Verona geweest. Als je na afloop de Arena uitkomt staan daar als strategen obers klaar om de bezoekers naar hun restaurants te begeleiden.  Aan tafel wordt de opera uitgebreid nabesproken.”
Ook ‘Cavalleria Rusticana’ van Pietro Mascagni stond al langer op het verlanglijstje van Mizée. Na het zien van een tegenvallende enscenering besloot ze: dat stuk wil ik zelf doen. “Wat een prachtig werk! Er zit zo een enorme drive in. Mascagni heeft de opera heel snel geschreven en die haast heeft ontzettend goed gewerkt. Librettist Giovanni Targioni-Tozzetti stuurde steeds een paar zinnen op een prentbriefkaart, zodat Mascagni verder kon.”

Theater op locatie

Juist tijdens de corona-crisis, toen alles stillag, viel alles op zijn plaats. Mizée: “Ik had kooklessen genomen bij Lonneke van Dijk in de Kloosterkeuken. Zij liet me daar de oude kapel zien.” De Kloosterkeuken is gevestigd in het oude Sint Jacobs Godshuis, ooit een gasthuis voor arme lieden en pelgrims.
Een perfecte plaats voor haar plannen, besefte Mizée. “Het is echt theater op locatie. Het stuk speelt zich af tussen kerk en kroeg. Het meisje Santuzza vindt dat ze de kerk niet meer in kan omdat ze een doodzonde heeft begaan. Ze heeft als ongetrouwde vrouw het bed gedeeld met Turiddu en ze is zwanger, al wordt dat in de opera niet expliciet gezegd. De moeder van de jongen, Mamma Lucia, baat de plaatselijke taveerne uit.”
De emoties lopen hoog op in de opera. Turiddu is teruggekeerd uit het leger naar zijn Siciliaanse geboortedorp. Zijn oude liefde Lola blijkt inmiddels getrouwd met de voerman Alfio en hij heeft troost gezocht bij Santuzza. Maar Lola brengt hem opnieuw het hoofd op hol. De wanhopige Santuzza brengt Alfio op de hoogte van het overspel. Het loopt uit op een duel waarbij Turiddu sterft.

Mamma Lucia

“Er zit geen ontwikkeling in de karakters”, vertelt Mizée. “Daar is de opera te kort voor. Turiddu is een knappe, jonge losbol, een man zonder impulscontrole. Hij heeft wel een geweten maar kan daar niet naar handelen. Hij is iemand die rampen aanricht.”
Mizée zelf zingt de rol van zijn moeder Lucia. Ze heeft lang nagedacht over haar personage: “Ik vroeg me af hoe ik zou reageren als mijn jongen zoiets zou doen, als mijn kind alleen maar ongeluk zou brengen. Ik moest kiezen: is Lucia zwak en laat ze alles gebeuren of is ze een sterke vrouw die ingrijpt.” Ze koos voor het laatste. Het duel dat Turiddu fataal wordt, vindt achter de schermen plaats en biedt zo ruimte voor een eigen interpretatie. “Bij mij doet Lucia samen met de vrouwen van het dorp iets in de wijn van Turiddu zodat hij het duel nauwelijks nog haalt.”

Geen afstand

Door de bescheiden ruimte zit het publiek midden in de handeling. Mamma Lucia richt haar keukentje in bij het oude altaar. Een deurtje achterin vormt het portaal van de kerk.
De bezetting is kleinschalig. Het koor bestaat uit dertien zangers en arrangeur Jasper Swank heeft het orkest teruggebracht tot een handzaam trio van contrabas, marimba en piano.
Ook muzikaal blijft de afstand klein. ‘De Kleine Opera’ zingt het werk in een eigen vertaling van Mizée: “In het Nederlands valt nog meer op hoe volks het stuk is, in de allerbeste betekenis van het woord.”
De voorstelling wordt maar liefst acht keer uitgevoerd. Noodzaak, want er passen slechts 60 bezoekers in de kapel en in het restaurant. Maar ook een zegen: “Het is fantastisch om in de voorstelling te kunnen groeien.”

De Kleine Opera met 'Spaghetti Rusticana', op zaterdag 9/4 (18.00 uur), zondag 10/4 (17.30 uur), zaterdag 16/4 (18.00 uur), zondag 17/4 (17.30 uur), zaterdag 23/4 (14.00 uur), zondag (17.30 uur), zaterdag 30/4 (18.00 uur) en zondag 1/5 (17.30 uur) in het Sint Jacobs Godshuis, Hagestraat 10, Haarlem.

Doulce Memoire

Bachs muziek laat zich makkelijk vertalen in danspassen

Doulce Mémoire en Danshuis Haarlem voeren samen de Johannes Passion uit

 

Affiche

Driemaal is scheepsrecht. Twee jaar geleden stonden het Haarlemse kamerkoor Doulce Mémoire en Danshuis Haarlem op het punt hun bijzondere uitvoering van Bachs Johannes Passion te presenteren toen de corona-pandemie losbarstte. Ook een uitgestelde uitvoering in september 2020 moest worden geannuleerd. Maar nu is het toch zover. Aanstaande zaterdag en zondag heffen de koorzangers in de Haarlemse Adelbertuskerk het indrukwekkende openingskoor ‘Herr unser Herrscher’ aan terwijl dansers in kleurrijke kostuums zich door de ruimte bewegen.
Een koorlid kwam met het idee om een uitvoering van Bachs Johannes Passion te combineren met dans, vertelt dirigent Felix van den Hombergh. Zelf was hij snel gewonnen voor het idee. “De dans past heel mooi bij de muziek. Ze voegt echt iets toe. In de muziek zit een duidelijke motorische beweging die zich heel goed laat vertalen in danspassen.”
Dat vindt ook choreografe Haya Maëla, artistiek leider van Danshuis Haarlem. Ze bewondert de wiskundige schoonheid van Bachs muziek.
Samen kozen Van den Hombergh en Maëla de delen die zich het best in dans laten uitdrukken. Ze kwamen uit op het openingskoor, het slotdeel en een aria in het midden.
De choreografe verdiepte zich grondig in de muziek en de tekst. In de woorden vond ze vaak de inspiratie voor een gebaar. Neem de tenor-aria ‘Erwäge’. Maëla: “‘Erwägen’ betekent ‘overdenken’. Ik laat de dansers daar de pose van de Denker van Rodin aannemen.” De regenboog uit de tekst komt terug in de kleuren van de kostuums.
Behalve naar de tekst en de muziek van de Johannes Passion heeft Maëla goed gekeken naar de ruimte van de Adelbertuskerk. “We dansen op de vlakke vloer vlak voor het podium. Het geluid gaat alle kanten op, dat hoor je overal. Maar dat geldt niet voor het beeld. Ik maak ook gebruik van de zijpaden en het middenpad zodat iedereen iets ziet.”
Dansers, zangers en musici komen aanstaande vrijdag tijdens de generale repetitie voor het eerst echt samen. Tot dan hebben de groepen apart gerepeteerd. “Tijdens een koorrepetitie werk je aan dingen die voor de dansers niet interessant zijn”, zegt Van den Hombergh. Maar tijdens het repeteren heeft hij, met de dans in zijn achterhoofd wel meer gelet op het motorische ritme. De dansers oefenden met een opname die in de buurt komt van wat de dirigent voor ogen staat.
Gelukkig was veel van de voorbereiding van twee jaar geleden blijven hangen. Sommige leden hebben inmiddels plaats gemaakt voor andere. Bovendien moest er wat geschoven worden met de solistenbezetting.
Maar voordelen heeft het uitstel ook. De uitvoering valt nu samen met het vijftigjarig bestaan van Doulce Mémoire. En Maëla zag tot haar vreugde hoe haar dansers van de vooropleiding vooruit gegaan zijn: “Twee jaar geleden waren de meesten vijftien of zestien jaar, nu zijn ze zeventien of achttien. Ze zijn echt in positieve zin gegroeid. Ik hoef maar iets te vragen en het gebeurt meteen.”

Solisten, Doulce Mémoire en Concerto d’Amsterdam o.l.v. Felix van den Hombergh m.m.v. Danshuis Haarlem met de Johannes Passion van J.S. Bach. Op zaterdag 2 april (19.00 uur) en zondag 3 april (15.00 uur) in de Adelbertuskerk in Haarlem.


Cavalleria Rusticana

Wie van de verzengende opera 'Cavalleria Rusticana' van Pietro Mascagni houdt, kan zijn geluk op. Twee Haarlems gezelschappen, Zangstudio Haarlem en De kleine Opera, voeren het stuk deze dagen uit. Ze geven er allebei hun eigen draai aan.

'Cavelleria Rusticana' is een stuk met geschiedenis. De 26-jarige Mascagni schreef het in korte tijd voor een compositiewedstrijd. De eerste prijs moest hij met twee andere deelnemers delen. Maar het stuk bracht hem wel wereldroem.

De eenakter groeide uit tot het schoolvoorbeeld van het verisme, een stroming die de hevig oplopende emoties in het alledaagse leven in de opera wilde vangen. Eeuwen lang waren opera's bevolkt door goden mythische helden of onbereikbare vorsten. Ze speelden liefst in verre oorden of lang vervlogen tijden. Gewone mensen van vandaag de dag hadden waren er ver te zoeken. Met het Verisme kwam daar verandering in.

In 'Cavalleria Rusticana' draait het om de jonge boer Turridu die uit het leger terugkeert naar zijn Siciliaanse geboortedorp. Helaas is zijn geliefde Lola inmiddels getrouwd met de voerman Alfio. Turridu vindt troost bij Santuzza, met wie hij beloofd te trouwen. Maar de jaloers Lola verleidt hem, met fatale gevolgen.

Zangstudio Haarlem

'Zangstudio Haarlem' van artistiek leider Michel Poels trok eerder de aandacht met muziektheaterproductie rond de historische Haarlemse figuren Kenau en Cajanus. In 2018 herdacht 

Nu voert het koor 'Cavalleria Rusticana' uit in de voormalige V&D in Schalwijk. Regisseuse Ekaterina Vasileva richt de aandacht op de gevoelens die de mensen in hun binnenste hebben weggestopt. Ze komen naar buiten in gezichtsuitdrukkingen en in de voorstelling ook in teksten op de kostuums.

De kleine Opera

'De kleine Opera' onderscheidt zich met in het Nederlands gezongen voorstellingen. "Opera moet zo direct zijn als een levenslied van de Zangeres zonder Naam", vindt artistiek leider Xandra Mizée.

Ook 'De kleine Opera' kiest voor een bijzondere locatie: de oude kapel van het Sint Jacobs Godshuis. Toepasselijk, want de Kerk speelt een belangrijke rol in de opera. Toepasselijk ook omdat de kapel zich boven restaurant de Kloosterkeuken bevindt. 'De kleine Opera' heeft de voorstelling niet voor niets 'Spaghetteria Rusticana' gedoopt: na afloop wordt een hoofdgerecht, een toetje geserveerd en wijn geschonken. Want, zoals het in de opera wordt gezongen: "Heb je wijn dan zeg ik: 'Geef maar. Wijn verzacht de pijn.'"

 

- Zangstudio Haarlem o.l.v. Michel Poels met 'Cavalleria Rusticana' van Mascagni. Regie: Ekaterina Vasileva. Op vrijdag 25/3 (20.15 uur), zaterdag 26/3 (20.15 uur) en zondag 27/3 (15.00 uur) in het oude V&D-gebouw in Schalwijk. Voor meer informatie zie: www.zangstudiohaarlem.nl/home-cr/

- De kleine Opera met 'Spaghetteria Rusticana'. Op zaterdag 9/4 (18.00 uur), zondag 10/4 (17.30 uur), zaterdag 16/4 (18.00 uur), zondag 17/4 (17.30 uur), zaterdag 23/4 (18.00 uur), zondag 24/4 (17.30 uur), zaterdag 30/4 (18.00 uur) en zondag 1/5 (17.30 uur). in het Sint Jacobs Godshui, Hagestraat 10 in Haarlem. Voor meer informatie zie: www.dekleineopera.nl/spaghetteria-rusticana/

Klinkend Haarlem - webkrant voor klassieke muziek in en om Haarlem