Philharmonie presenteert nieuw concertseizoen
Violiste Simone Lamsma is komend seizoen 'Artist in Residence' van de Philharmonie.(Foto: Otto van den Toorn)
“Een beetje vertrouwd en een beetje nieuw”, dat wordt het nieuwe concertseizoen in de Philharmonie Haarlem. Bij de presentatie zei directeur Edwin van Balken dat hij de scheiding tussen liefhebbers van klassieke en populaire muziek ziet vervagen. “We willen van de Philharmonie een muziekhuis maken voor alle smaken.”
De Philharmonie gaat meer aandacht besteden aan de populaire muziek. Maar, stelt programmeur klassieke muziek Liesbeth den Boer gerust, “dat gaat zeker niet ten koste van het klassieke aandeel. Ik denk dat we dit jaar zelfs meer klassieke concerten hebben dan anders.”
Boegbeeld
De Haarlemse violiste Simone Lamsma is in het komende seizoen het boegbeeld van de Philharmonie. Als ‘Artist in Residence’ geeft ze drie concerten die dit keer zijn samengebald in één weekend. Op de avonden van 10 en 11 december dompelt ze de luisteraar onder in vioolsonates en pianotrio’s van Beethoven, Mendelssohn, Brahms en Debussy. Zondagmiddag stort ze zich samen met mezzosopraan Barbara Kozelj en pianist Thomas Beijer op het genre ‘lied’.
Eén van Lamsma’s gasten is Jonathan Fournel, winnaar van de Koningin Elisabethwedstrijd. Den Boer moest en zou de jonge Franse pianist ook hebben voor haar serie ‘Meesters aan het Klavier’: “Ik vind het leuk om internationaal jong talent te promoten. En het Elisabeth-concours is toch de wedstrijd der wedstrijden.” Ook de (nog niet bekende) winnaar van een ander belangrijk concours, de ‘Bordeaux International String Quartet Competition’, zal zijn opwachting maken in de Philharmonie.
Vertrouwde series
Naast ‘Meesters aan het Klavier’ keren ook de andere vertrouwde series terug. De reeks ‘Strijkkwartetten’ verhuist naar de zondagmiddag en brengt onder andere het Quatuor Danel. Blokfluitiste Lucie Horsch, het Van Baerle Trio en de jonge Italiaanse pianiste Saskia Giorgini maken hun opwachting in de ‘Tapasconcerten’. ‘Prachtstemmen’ biedt een uitvoering van Mozarts onvergankelijke ‘Requiem’ door het Orkest van de Achttiende Eeuw en Cappella Amsterdam maar ook een heel bijzondere voorstelling van het Nederlands Kamerkoor. Daarin laat Studio fuse* met speciaal ontwikkelde computertechnieken schilderijen van Van Gogh en Klimt tot leven komen op muziek uit die tijd.
Grensdoorbrekend
Verschillende disciplines komen eveneens samen in de voorstelling ‘Het barre land’ die Amsterdam Sinfonietta maakt met de jonge dansers van het ISH Dance Collective. Den Boer: “Daar komt een hele stellage aan te pas want ISH danst niet alleen horizontaal maar ook verticaal.”
Later in het seizoen gaat Amsterdam Sinfonietta de samenwerking aan met singer-songwriter Rufus Wainwright.
Er zijn meer concerten die zich moeilijk in een hokje laten plaatsen. Zo treedt het eigenwijze ensemble Holland Baroque op met ‘cabaret superstar’ Sven Ratzke. Ook in de serie ClubPhil worden grenzen geslecht. Julian Schneemann brengt er de muzikale culturen van Kreta en Ierland bij elkaar, Sparks combineert Bach met Berio en de Beatles en het Cello Octet Amsterdam komt met zijn eigen veel geprezen versie van ‘Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band’.
Nederlands Blazers Ensemble
Behalve het Nederlands Philharmonisch Orkest / Nederlands Kamerorkest krijgt het Nederlands Blazers Ensemble zijn eigen serie. Voor de productie ‘Jamaica’ tuigt het gezelschap naar het Caribische eiland op zoek naar muzikanten en muziek. Met het programma ‘Concert in de vorm van een peer’ neemt het NBE een belangrijke plaats in in ‘De 48 uur van…’. Die is dit jaar gewijd aan de Franse componisten Francis Poulenc en Eric Satie. Daarmee wordt het vizier gericht op het bruisende culturele leven in het Parijs van rond 1900.
Losse concerten
Naast de abonnementsseries in de folder zijn er de nodige losse concerten, die soms weer in series kunnen worden verdeeld. Zoals de orgelconcerten op donderdagavond of de reeks‘Topsolisten’ waarin Liza Ferschtman op één avond alle zes Sonates en Partita’s voor viool solo van Bach speelt.
Zelf kijkt Den Boer ook uit naar de driedelige collegereeks waarin musicologe Saskia Törnqvist en historicus Luc Panhuysen steeds componisten uit één bepaalde regio in hun tijd plaatsen.