Neil Wallace

 

 

The Big Sing, Koorbiënnale next level van start

Directeur Neil Wallace: “Geen saai koorfestival”

 

The Wooster GroupThe Wooster Group- foto: Bruce Jackson

“Niemand kan ons verwijten dat we een saai koorfestival zijn”, zegt artistiek leider Neil Wallace in het tijdelijke Haarlemse kantoor van wat ruim twintig jaar lang de Koorbiënnale heette. Deze week begint het festival onder de nieuwe naam ‘The Big sing. Koorbiënnale next level’ aan zijn elfde reguliere aflevering. Wie door de programmafolder bladert kan Wallace slechts gelijk geven. Geen van de concerten valt in de categorie ‘doorsnee’.

Nieuwe naam

Eigenlijk zou het festival al in 2021 plaats vinden. Maar door de pandemie moest men zijn toevlucht nemen tot een kleine online-editie in samenwerking met het Live from London Summer –festival van VOCES8.
Het jaar uitstel gaf Wallace en zijn team wel de tijd eens goed na te denken over “wie we zijn. Daarbij hebben we vooral gekeken naar de uitstraling van het festival.”
Het woord ‘koormuziek’, zo bleek uit onderzoek, schrikt veel mensen en zelfs muziekliefhebbers af. Het roept associaties op met grote zingende massa’s en statische uitvoeringen. “We zijn op zoek gegaan naar een naam die het belang van samen zingen onderstreept en tegelijkertijd energie uitstraalt.”
“De etalage is veranderd”, zegt Wallace over de naamswijziging, “maar de kern, datgene waar wij voor staan, is hetzelfde gebleven of zelfs aangescherpt. The Big Sing brengt alles wat je verwacht van de koorbiënnale maar dan met een tandje erbij: koorbiënnale next level.” 

Intensiever

Nog steeds staan topkwaliteit en vernieuwing, talentontwikkeling en educatie voorop.  
Nog steeds wil het festival het grote maatschappelijke belang van samen zingen benadrukken. Wat wel verandert is de lengte en wellicht de frequentie.
Wallace: “Het festival is korter maar ook veel intensiever geworden.” Doordat de elfde editie is uitgesteld vindt de volgende Big Sing al over een jaar plaats. “We spelen serieus met de gedachte om het festival elk jaar te organiseren.”
Ook wil Wallace met een iets meer populaire programmering een nieuwe doelgroep aanboren. “Ik vind dat je je er niet voor hoeft te schamen als je de populaire kant opgaat. Een volgende keer maken we misschien wel een soort nightclub met eigen horeca.” 
Het optreden van de veelzijdige Nederlandse popmuzikant Thomas Azier in het Patronaat past in die ontwikkeling. Wallace: “Thomas is een echte dwarsdenker. Hij wilde graag een voorstelling maken met een koor. De acht zangers lopen om het publiek heen. Het is een ontzettend zachtaardige voorstelling geworden, een warm bad.”

Legendarische status

Dat VOCES8 het openingsconcert moest verzorgen stond voor Wallace vast.
Het Engelse ensemble stal bij eerdere edities al de harten van het publiek en zou eigenlijk al in 2021 het festival openen. Wallace koppelde het gerenommeerde octet aan de Nationale Jeugdkoren van Wilma ten Wolde. Tot beider enthousiasme. “De leden van VOCES8 zijn heel goede pedagogen. Ze hebben zelfs een eigen school. En Wilma ten Wolde sprong een gat in de lucht. Voor haar koorleden zijn de zangers van VOCES8 muzikale helden.” 
Trots is Wallace op de komst van het New Yorkse theatergezelschap The Wooster Group. “Die heeft echt een legendarische status in de geschiedenis van het moderne toneel.”
Bij toeval kwam hij  in 2018 New York terecht bij de voorstelling ‘The B-side’. “Dat had een enorme impact op me. Verbazingwekkend genoeg wordt de voorstelling grotendeels gezongen.” Acteur Eric Berryman maakte de voorstelling rondom het platenalbum ‘Negro Folklore from Texas State Prisons’ uit 1965. “De drie acteurs zingen vol passie mee met de veertien nummers op de lp.”

Onopvallende juwelen

Er zitten ook minder opvallende juwelen in het programma verstopt. Zo brengt het Laurens Collegium samen met het Festivalkoor een programma met Franse koormuziek. “Het is echt een liefhebbersavond”, meent Wallace. “Het Laurens Collegium is niet zo bekend als het Nederlands Kamerkoor maar ze schitteren in dit repertoire. En organist Hayo Boerema is een hofleverancier op het gebied van de Franse orgelmuziek.”
Een spannend waagstuk wordt de uitvoering door het Haarlemse vocaal kwartet Quatre Bouches van het legendarische ‘In C’ van Terry Riley. “Het stuk bestaat uit één velletje papier met 53 losse motiefjes in de toonsoort C-groot. Het maakt de componist niet uit hoe vaak en op welke instrumenten die motiefjes worden gespeeld. Het is al duizenden keren uitgevoerd maar zover mij bekend nog nooit met alleen zangstemmen.” Componist en Reich-kenner Anthony Fiumara heeft de zangers voorzien van een loop station, een apparaatje dat een opname maakt en die eindeloos afspeelt. Toen Wallace bij een repetitie binnenliep, wist hij niet wat hij hoorde: “Een harmonieuze kakofonie, een symfonie van stemmen.” 

Quatre Bouches

Wilde geest

Ook het slotconcert wordt iets bijzonders, verzekert Wallace. Daarin geeft het eigenzinnige ensemble Stargaze zijn visie op de revolutionaire Negende symfonie van Beethoven. De dertien musici zijn verspreid over de verschillende ruimtes van de Philharmonie, “alsof het ensemble geëxplodeerd is.” Hier speelt een eenzame violist, slechts ondersteund door elektronica, daar klinken plukjes instrumentalisten. 
In de finale, voor bewerker Matthew Herbert echt een stuk van het volk, treden het Festivalkoor en het Kinderkoor van de Koorschool Haarlem aan samen met één solist, een countertenor. Anders dan anders, maar Beethoven blijft fier overeind, belooft Wallace. “De man was in dit stuk helemaal van God los. Die wilde geest hoor je hier heel sterk terug.”


Related Articles

Matthaus COV Haarlem

Spaghetteria Rusticana

Doulce Memoire

Klinkend Haarlem - webkrant voor klassieke muziek in en om Haarlem