Week 15
Op Goede Vrijdag was ik na twee stille jaren eindelijk bij een 'Matthäus Passion'. De Philharmonie zat weer ouderwets vol en COV Haarlem zong Bachs meesterwerk zoals het sinds 1929 slechts onderbroken door de Tweede Wereldoorlog en de corona-pandemie elk jaar doet.
In deze turbulente tijden hunker je soms naar muzikaal houvast en dat vind je bij de 'Matthäus Passion' van COV Haarlem.
Dirigent Piet Hulsbos zoekt de extremen niet op. Zijn uitvoering klinkt mild en menselijk. Het verraad van Judas, de bliksem en de donder, het 'Kruisigt hem!', ze hebben wel eens feller en dramatischer geklonken. Hier staat juist de troostende schoonheid van de muziek voorop.
Die schoonheid hoor je overal. Bij de solisten, die in hun aria's en recitatieven de expressie vooral zoeken in de noten zelf. Sopraan Martha Bosch raakt je door de pure wijze waarop ze 'Aus Liebe will mein Heiland Sterben'zingt. Bij de evangelist Falco van Loon die het lijdensverhaal met compassie brengt en bij de warme Christus van Sven Weyens. Bij barokensemble Eik en Linde met zijn volle strijkersklank en fraaie blazerstonen maar vooral ook bij het koor.
De combinatie van een op authentieke instrumenten spelend orkest en een groot gezelschap is niet zonder gevaar. Het is niet gemakkelijk de juiste balans te vinden. Maar hier levert het geen enkel probleem op: de tachtig zangers van de COV klinken samen net zo homogeen en kernachtig als een kleiner koor. Hoe mooi passen de verschillende lagen in het Slotkoor van het eerste deel in elkaar: de heldere stemmen van het kinderkoor van de Koorschool, het ademende orkest en dan die volle, warme koorklank.